Foodhypes floreren

1 december 2015

Superfoods zijn niet meer weg te denken uit het schap. Andere voedselhypes zijn broodvrij of glutenvrij eten en het Paleo-dieet. Zelfbenoemde voedseldeskundigen zweren erbij. 

EVMI achtergrond & analyse - jaaroverzicht 2015

Albert Heijn-magazine Allerhande liet een aantal kenners aan het woord in een uitgave over het ‘nieuwe eten’ in september en rectificeerde dat vervolgens op de website. Zo werd afstand genomen van de bewering dat honing en ahornsiroop gezonder zijn dan suiker.

Robin Peeters, hoofd van het schildkliercentrum in het Rotterdamse Erasmus MC waarschuwde in mei in de Volkskrant tegen de trend om brood links te laten liggen, zoals De Voedselzandloper en Broodbuik propageren. Te weinig brood kan namelijk leiden tot jodiumgebrek.

Superfoods

De trendy superfoods kwamen ook in het nieuws. In april bleek dat superfoods gojibessen, chiazaad en quinoa méér residuen bevatten dan andere gewassen. Bij de steekproef door de NVWA werd bij twaalf van de 52 onderzochte monsters een overschrijding van de Maximale Residu Limiet (MRL) geconstateerd. Het ging om acht van de 25 monsters van gojibessen, drie van de dertien monsters quinoa en één van de veertien monsters chiazaad. Bij géén van de afwijkende monsters was echter sprake van een gezondheidsrisico. Ook werden geen pathogenen aangetroffen. De NVWA deed de steekproef na klachten van mensen die na het consumeren van gojibessen moesten overgeven en maagpijn of diarree kregen. Uit de literatuur was al wel bekend dat inname van grote hoeveelheden gojibessen kan leiden tot misselijkheid en overgeven.

Slechts een deel van de Nederlanders is gevoelig voor voedselhypes, dieetgoeroes en superfoods. Acht van de tien respondenten in onderzoek van marktonderzoeksbureau GfK in opdracht van het netwerk voor food experts NVVL, trekt zich niets aan van voedingshypes. Ruim 70 procent vindt die trends en hypes maar onzin. Jongeren tussen 18 en 29 jaar blijken iets gevoeliger te zijn voor voedselhypes en zijn er ook beter mee bekend.

aspartaamAspartaam-aversie

De aversie tegen zoetstof aspartaam kan geen hype worden genoemd, want die weerzin is er al heel lang, ondanks de grote hoeveelheid onderzoeken waaruit blijkt dat de stof niet schadelijk is. In maart publiceerden Britse wetenschappers onderzoek in Plos One waaruit blijkt dat consumenten die beweren gevoelig te zijn voor aspartaam, niet anders op de zoetstof reageren dan andere mensen.

Het onderzoek werd gedaan in de vorm van een gerandomiseerde dubbelblinde cross-over studie. Naast 48 mensen die via zelfdiagnose hadden vastgesteld gevoelig voor aspartaam te zijn, nam een controlegroep van eveneens 48 mensen deel aan de studie. De deelnemers kregen mueslirepen te eten omdat ze daarvan op grond van de smaak niet konden vaststellen of er aspartaam in zat of niet.

De proefpersonen die rapporteerden gevoelig voor aspartaam te zijn, meldden meer klachten, ongeacht of ze een product met aspartaam hadden gegeten of een product zonder de zoetstof. De onderzoekers concluderen, op grond van onder meer klinische observaties, biochemisch onderzoek en onderzoek naar het metabolisme, dat er geen verschillen waren in de lichamelijke reactie tussen sensitieve en niet-sensitieve personen.

Tekst: Norbert van der Werff

Altijd op de hoogte blijven?