'Breng voedsel weer naar de stad'

19 februari 2015

Voedsel moet weer naar de stad, nu steeds meer mensen in de wereld in steden gaan wonen. Laat kinderen via stadslandbouw groente verbouwen. Dat vinden ze leuk. Dan wordt eten in achterstandswijken weer een feest. In plaats van steeds te wijzen op wat mensen niet goed doen of niet mogen eten.

Dat zei Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de VU Amsterdam, tijdens de lezing ‘Het Voedsellabyrint’ in museum Boerhaave in Leiden.

De nood rond ongezonde voeding en obesitas in steden is volgens hem hoog; óók in grote steden in Nederland. “Slechts 1 procent van de kinderen in Amsterdam eet voldoende groente.” Dat heeft volgens hem niet zozeer te maken met de beschikbaarheid van gezonde groenten en fruit maar vooral met andere factoren.

Omgeving en cultuur

Het gaat dan om de omgevingsfactoren, zoals de weinige speelplekken voor kinderen in de buurt en een te makkelijk te verkrijgen ongezond voedselaanbod, zoals frisdrankautomaten in scholen.

Maar het gaat ook om culturele factoren, met name bij families van niet-Nederlandse komaf. “In landen als Somalië, Turkije en Suriname ziet de bevolking overgewicht als teken van gezondheid en welvaart. Dunne baby’s worden daar gezien als riskant omdat er ook tijden van voedselschaarste kunnen optreden. Door zo veel mogelijk te eten te geven, wordt een buffer en reserve gegeven voor eventuele latere, moeilijker tijden. Dit blijven ouders in Nederland ook doen.”

Verbinding met voedsel

Door voedsel dichter naar mensen te brengen, krijgen ze in zijn ogen een betere blik op hun eten en komt de verbinding tussen mens en voedsel weer terug. “Wij maken wel eens spinaziesmoothies. Dat vinden kinderen heerlijk. Tot we vertellen dat het spinazie is, dan vinden ze het alsnog vies”, lacht hij.

Hij wijst op activiteiten als het JOGG, waarbij lokaal wordt samengewerkt. “Laat voedingsvoorlichting dan ook niet door diëtisten of door mij gebeuren, maar bijvoorbeeld door de vakkenvullers van Albert Heijn. Daar nemen ze meer van aan dan van mij.”

Overheid grijp in

Seidell is een van de initiatiefnemers van de Alliantie Stop kindermarketing. "Fabrikanten hebben een intensieve marketing van ongezonde producten. We worden voortdurend misleid. Volwassenen worden geacht dat te doorzien, maar kinderen kunnen dat niet."

Hij pleit dan ook voor ingrijpen om obesitas tegen te gaan. "De overheid kan ons best een beetje beschermen tegen ongezonde voeding. De overheid zelf noemt dat betutteling, maar ik zeg: we worden juist betutteld door de industrie. Wij moeten beschermd worden tegen deze exploitatie, omdat mensen er slecht tegen bestand zijn.”

Moestuinpotjes

Seidell is zeer enthousiast over de moestuinpotjes van Albert Heijn. “Dat is veel beter dan de flippo’s. Zo worden kinderen vanzelf meer betrokken. Laat zien, proeven en ruiken, dan gaan ze vanzelf gezonder eten. En omdat je het samen doet, is het ook heel sociaal. Bovendien leidt het tot betere schoolprestaties, omdat tuinieren, zelf plukken en tussendoor even ravotten de concentratie verbetert.”

Potentieel

Stadslandbouw kan dan misschien niet de wereldwijde voedselproblematiek oplossen, maar er is volgens hem nog veel potentieel. “In de Zuidas in Amsterdam staat 70 procent van de kantoren leeg. Het kan daar best een stuk groener.” Hij ziet ook mogelijkheden voor verticale tuinen, op meerdere verdiepingen en met led-lampen.

Lees meer over de lezing van Seidell en de tentoonstelling Foodtopia in museum Boerhaave in Leiden in het maartnummer van EVMI.

Lees in EVMI achtergrond & analysethema's meer over:

zoutvermindering en vetzuursamenstelling.

(Premium)

Lees ook:

 

Altijd op de hoogte blijven?