Coco Conserven maakt producten uit reststromen en overschotten

12 mei 2017

Coco Conserven is een initiatief van Joris Jansen, Vera Bachrach en Sascha Landshoff. Zij willen tegenwicht bieden aan ‘de verspillende verscultuur' door mensen vaker conserven te laten eten. Inmiddels zijn er drie producten: de soep Ribollita, rillette van Schipholgans en pastasaus Ragu Classico. Het zijn kant-en-klare gerechten, gemaakt van biologische grondstoffen en reststromen of minder gewilde vlees­delen.

Ingrediënten

In de pastasaus is biologische peeseind en runderborst verwerkt. Dat zijn taaie stukken vlees die meestal tot hamburgers worden verwerkt. Door het lange garen dat Coco Conserven toepast, krijgt het vlees meer waarde. Dit geldt ook voor Schipholgans. De Ribollita is traditioneel gezien een soep die de volgende dag weer opgewarmd kan worden en die daar lekkerder van wordt. Bakkers leverden overgebleven brood voor de croutons en de tomaten komen uit blik.

Koe Els

Eerder werkten de drie samen aan de Tostifabriek. In hartje Amsterdam produceerden ze tosti’s met hun eigen graan, varkens en koeien. Na negen maanden hadden ze vierhonderd tosti's die ze voor €25,- verkochten. Maar de kleinschaligheid was inefficiënt. Koe Els inspireerde het drietal tot Coco Conserven. Landshoff: "Het was zo’n leuke koe, dat we haar als een soort monument wilden inblikken. Toen ontdekten we hoe duurzaam conserveren in blik is, en zagen we ook zakelijke perspectieven."

Duurzaam blik

Jansen, Bachrach en Landshoff geloven dat blik duurzaam is. Bachrach: "Wij zien het blik als een kritieke schakel in een duurzaam voedselsysteem. De versrevolutie begon in de jaren vijftig en zestig met de verspreiding van koelkasten en diepvriezers, en inmiddels denkt iedereen dat ‘vers’ het beste is. Maar blik is beter! We hebben onvoldoende capaciteit in huis om dat tot achter de komma te berekenen, maar wel veel vergelijkende studies gelezen. ‘Vers’ heeft een megavoetafdruk: het koelen bij transport, in de winkel en thuis. En vergeet de kassen niet: je kunt beter ’s zomers inblikken dan ’s winters kassen verwarmen. Blikconserven voorkomen voedselverspilling, omdat je overgebleven blikken niet hoeft weg te gooien. Fabrieksproductie levert energiewinst op, vergeleken met de optelsom van fornuizen thuis. Kijk je naar de verpakking, dan is blik oneindig te hergebruiken, het ‘downcyclet’ niet, zoals plastic. Het is onbreekbaar en kent daarom minder productschade dan glas.”

Altijd op de hoogte blijven?