De perfecte match tussen apparatuur en ambacht

20 augustus 2021 Xandra Veltman

Hoe beter je je apparatuur inzet, hoe meer het oplevert. Dat geldt voor snelheid, precisie, hygiëne en al die andere zaken rond vleesverwerking. Het is een kwestie van communicatie tussen de verschillende technische onderdelen en vooral een kwestie van openstaan voor wensen, kansen en (nieuwe) mogelijkheden.

1. Antoine de Bie F.P.M. International N.V. – Steen
‘We delen kennis met nieuwe markten’

F.P.M. International N.V. – Steen_rondvraag VLE 5-2021

Steen ontwikkelt en bouwt al zestig jaar machines voor vis- en kipverwerking. Antoine de Bie (24 jaar) werkte er als technisch machinebouwer bij Steen in België maar sinds januari is hij accountmanager voor Afrika, het Midden-Oosten, Turkije en India. “Dit zijn grote opkomende markten voor de voedingsindustrie. Steeds meer consumenten willen weten waar voedingsproducten vandaan komen en wat ermee gebeurt. Volgens ons is transparante handel de sleutel tot eerlijke, schone en betaalbare voeding. Daar zetten we ons voor in en daartoe ondersteunen we ondernemers in de genoemde landen. Zij kunnen nog een grote slag richting modernisering maken en daar hebben ze ook behoefte aan. Dichtbevolkte regio’s in bijvoorbeeld Afrika en India hebben te maken met toenemende druk op het ecologische systeem. Ze willen hun producten beter benutten. Immers, amper de helft van een kip komt op je bord terecht. Gelukkig zijn inmiddels alle restproducten juist winstgevend, mits je de juiste afzetkanalen kent. Een van mijn taken is om bedrijven te informeren over mogelijkheden; van paté en frikandellen tot kraakbeen – waar ze in China gek op zijn – en botten voor cosmetica.”

Daar komt de export bij om de hoek kijken, iets dat steeds belangrijker wordt voor de opkomende markten. Maar om export-certificaten te verkrijgen moet een bedrijf voldoen aan flink wat normen. De Bie: “Dan moet je werken met goede apparatuur. Alleen kost in India één machine nog altijd meer dan tien werknemers aan de lopende band. Dus leggen we ook contacten met associaties die onder meer betrouwbare platformen bieden voor inkoop. Want als voedselverwerkende bedrijven samenwerken en basisproducten in bulk kunnen inkopen wordt de prijs lager, het rendement hoger en kun je investeren in machines. Bovendien kunnen associaties het transport gunstiger regelen, wat bijdraagt aan een kleinere footprint. Ander aspect is HACCP – de hygiëne-eisen. Hoe sneller je kip en kipproducten kunt verwerken en verpakken, hoe minder kans op ziektes. En een machine kan dat een stuk sneller en schoner dan tien mensen. Daarbij staat de veiligheid van werknemers voorop. Onze machines zijn allemaal mechanisch en gemakkelijk te bedienen, ook als je minder hoog opgeleid bent.”

“Samengevat mag je stellen dat wij geen machines verkopen maar processen. Steen is slechts een kleine schakel, maar belangrijk genoeg om de ketting te laten lopen. Mij gaat het vooreerst om klanten opvoeden en opleiden. Vergelijk het met een boormachine. Die moet goed zijn, maar uiteindelijk wil je alleen een mooi gat boren omdat je een schilderij wilt ophangen. Wij hebben uitstekende machines en we zoeken naar diegenen die dat schilderij willen ophangen. Daarom verkennen wij deze voor ons nieuwe markten en onderzoeken we of we er iets goeds kunnen achterlaten. Dat is onze uitdaging.”

2. Jan Roy Frio Food Snacks
‘We blijven snacks (door)ontwikkelen’

Verbufa Frio Food_Rondvraag VLE 5-2021

De Duitse machinefabriek Handtmann heeft per 1 april het Nederlandse familiebedrijf Verbufa uit Amersfoort overgenomen. Deze integratie maakt beide partijen sterker, maar praktisch verandert er niets, zegt Ronald Roy van Verbufa. “Handtmann is voor ons al ruim een halve eeuw de belangrijkste handelspartner in de Benelux. Precies zo leveren wij, net als onze Belgische dochteronderneming Moulin-Debaillie, topmerken als Laska, Fessmann, Glass, Garos en Baader. Daarbij ontwikkelen wij ruim twintig jaar allerlei snij- en vorm­machines en doseerapparatuur. Nederlanders denken oplossingsgericht en zijn creatief. Dat is onze kracht. Ook wij denken niet in machines maar zoeken naar oplossingen die we onze klanten als concepten voorleggen. Anders gezegd: als een bedrijf een product wil maken waar nog geen passende machine voor bestaat, dan proberen wij een oplossing te creëren. Zo is heel wat voorzetapparatuur ontstaan.”

Dat kleine bedrijven daarmee groot kunnen worden, bewijst Frio Food Snacks uit Helmond, waar Jan Roy, de zoon van Ronald, productieleider is. “Helemaal toevallig is dat niet”, lacht deze. “De connectie met Verbufa was er al langer.” De ‘oude rotten’ in het vak kennen Frio Food nog als Swinkels Food. Jan Roy: “Swinkels Food begon met afzet bij de frituur en levert inmiddels ook aan de retail. Frio Food heeft dit verder uitgebreid met eigen merk- en private labelproducten voor de horeca-foodservice en retail. We maken een scala aan soorten en maten ragoutproducten zoals kroketten en bitterballen om te frituren en voor de oven en de airfryer. Voor dit soort producten gebruiken we bijvoorbeeld de kroketten-vormmachine van Verbufa in combinatie met de Handtmann VF620 die nauwkeurig portioneert. We blijven doorgaan met de ontwikkeling van bestaande en nieuwe snacks. Nieuw is bijvoorbeeld de macaronisnack. Ondertussen werken we aan de comeback van de bamischijven en bamiblokken. Helaas een bijna vergeten lekkernij. Die mogen wel weer terug op de kaart! Ze zijn best lastig om te produceren. Hiervoor kozen we een machine van Verbufa die ze exact kan portioneren en snijden. Het resultaat mag er wezen.”

3. Rutger Gassner Weda
‘De evolutie van weegschalen is al lang aan de gang’

Weda_rondvraag VLE 5-2021

Iedereen kent het nog wel: op je beurt wachten, iets bestellen, wachten tot de slager het gesneden, gewogen en ingepakt heeft en dan afrekenen. Zo was het toen Weda uit Naarden in 1948 begon met weegschalen. “Maar er komt steeds meer bij het slagersvak kijken”, zegt Rutger Gassner, die Weda twee jaar geleden overnam. “Slagers hebben al jaren te maken met etiketten waar steeds meer informatie op moet. De evolutie van de weegschaal van mechanisch toestel tot hart van een compleet digitaal kassa­systeem is snel gegaan. Kassasystemen registreren ook de herkomst van producten, het voorraadbeheer en data over transacties. Ze geven uitgebreide managementrapportages. Al die data zijn antwoorden op wettelijke regels, efficiënter werken, minder verspilling en vooral: ander consumentengedrag. In sneltreinvaart zijn er veel webshops, zelfservices met voorverpakte producten en andere ‘pick & go’-formules bijgekomen. In die zin verdwijnt de traditionele slager. Veel ambachtelijke slagers weten de voordelen van digitale oplossingen goed te benutten.”

Toch ziet Rutger dat ondernemers soms (te) veel geld uitgeven aan prachtige systemen waar ze netto meer uit zouden kunnen halen dan ze doen. “Er is behoefte aan geïntegreerde oplossingen. Daarbij krijgen we een breed scala aan vragen. Hoe regel je het als klanten online extra dungesneden vleeswaren bestellen? Hoe kan je klanten die haast hebben sneller helpen als het druk is in de winkel? Hoe organiseer je de logistiek van webshop bestellingen? Hoe krijg ik alle informatie op het etiket? En hoe krijg ik inzicht in de kwaliteit van mijn werkprocessen? Het doet me plezier als slagers nadenken over wat hun klanten willen, hoe ze hiermee willen omgaan en hoe ze hun werkprocessen kunnen aanpassen met de daarbij behorende software en kassaweegschalen. Daarbij worden ze geconfronteerd met lastige issues en de kunst is om praktische oplossingen te bieden. Wij doen alles wat mogelijk is om daarin behulpzaam te zijn. We beginnen met waar ze goed in zijn en zo bouwen we verder. Het laatste waar een slager behoefte aan heeft is om met allerlei puzzelstukjes te blijven zitten. ”

4. Wim de Rooij Slagerij Jan de Rooij
‘Ik ontdek nog altijd nieuwe mogelijkheden met worstmaken’

Slagerij Jan de Rooij

Vemag is een volwaardige dochteronderneming van het Duitse Vemag in Verden, vertelt Sales Manager Ralf Lemmerling. “Wij staan wereldwijd bekend als dé vulspecialist. We zijn goed in alles wat daarmee te maken heeft plus de bijbehorende technieken. Het bekendste systeem voor vacuüm- of continuvullers is het lamellensysteem, maar interessant is ook ons dubbele wormensysteem. Daarmee kunnen we voor iedere toepassing het juiste pompsysteem aanbieden. De industrie maar ook kleine slagers kunnen zo de mooiste worstjes, gehaktballen en al die andere producten maken.”

Een voorbeeld van een kleinere slager is Wim de Rooij uit Berkel en Rodenrijs. Op 600 m2 terrein heeft hij een kleine winkel plus een enorme werkplaats. “Mijn hobby is worst maken. Ik ontdek nog altijd nieuwe mogelijkheden. Nu weer met m’n nieuwe machine van Vemag, de Robby. Mijn oude stopmachine was aan vervanging toe. Deze machine heeft dezelfde lamellentechniek als de oude machine. Daarmee sluit hij naadloos aan op de vorige, met de vernieuwingen van deze tijd. Een krachtig kwalitatief hoogstandje. Echt, ik had ‘m twintig jaar eerder moeten kopen. Het gemak waarmee hij de computer aanstuurt en gewichten en aanpassingen invoert, geweldig. Het nieuwe model Robby kan alles aan wat geportioneerd moet worden. Ik heb hem uitgebreid met een derde arm omdat ik daarmee tijd win. Was ik voorheen drie dagen bezig met een product, nu kost me dat nog maar één dag.”

De eerste dag dat De Rooij met de Robby werkte, deed hij dat samen met de Duitse worstmaker die de machine voor Vemag heeft ontwikkeld. Dat beviel goed. “Als je goed luistert naar een door de wol geverfde collega-worstmaker, steek je altijd weer wat op.” De planning heeft De Rooij inmiddels aangepast aan de capaciteit van de machine. “We maken meestal eerst hamburgers, dan verse worst, daarna droge worsten. Vandaag zijn de ‘kaastoppers’ aan de beurt – een barbecueworstje met twintig procent kaas, met ontbijtspek eromheen gewikkeld. “Dat is jaarrond een hit. Morgen zijn de soepballetjes aan de beurt. Ik hoef alleen het programma te selecteren en de computer schakelt over naar de nieuwe instellingen.”

 

Dit artikel verscheen eerder op: Vleesmagazine

Altijd op de hoogte blijven?