Pluimveesector succesvol in beheersing campylobacter

29 maart 2017

Het gemeten campylobacterniveau bij pluimvee blijft dalen. Dit blijkt uit de Nepluvi-monitoringsrapportage over 2016. De Nederlandse pluimveevleessector werkt al jaren succesvol aan het verminderen van deze bacterie. Nepluvi begon in 2009 met monitoren. Het percentage gevonden campylobacter op eindproducten daalde van 9,8 procent in 2009 naar 3,9 procent in 2016.

De bacterie

Campylobacter is een bacterie die voor kan komen in het darmstelsel van kippen. De kip wordt er niet ziek van, maar mensen kunnen wel ziek worden door deze bacterie. Dit gebeurt als ze grote grote hoeveelheden van deze bacterie binnen krijgen. De kans hierop is klein, zolang de consument een goede keukenhygiëne toepast en de kip goed bereid.

Pluimveesector

Toch vindt de Nederlandse pluimveevleessector het haar verantwoordelijkheid om het campylobacterniveau op pluimveevlees zo laag mogelijk te houden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de weerstand tegen de bacterie verhoogt als mensen aan lage hoeveelheden worden blootgesteld. Mark den Hartog van Nepluvi zegt: “Het nastreven van een algehele nulnorm voor Campylobacter is niet haalbaar, maar ook niet aan te raden. Omdat met name de hogere waarden een groter risico vormen voor Campylobacterbesmettingen bij de mens heeft de pluimveesector haar pijlen gericht op het verminderen van deze hoge waarden op pluimveevlees."

Slachterijen

Slachterijen proberen steeds om verbeteringen door te voeren in het slachtproces, bijvoorbeeld de toevoeging van extra wasstappen. De extra maatregelen die slachterijen in 2016 namen kunnen een gunstig effect hebben gehad. Wat ook een belangrijke rol speelde was de dalende trend van het aantal met campylobacter besmette aangevoerde koppels vleeskuikens. Dit percentage was in 2011 53,0 procent en is gedaald naar 44,5 procent in 2016.

Lees ook:

Altijd op de hoogte blijven?