Het meten van stroom kan ook voor kleinere bedrijven interessant zijn. Dankzij betaalbare systemen en eenvoudige installatie hoeven de kosten geen belemmering te zijn. Door slim gebruik te maken van data-inzichten kan tot 10% bezuinigd worden op de elektriciteitsrekening.

Iedereen weet intussen wel dat er nog altijd te veel elektriciteit wordt gebruikt. Systemen om te zien waar dat gebeurt zijn uiteraard beschikbaar. Maar veel ondernemers hikken aan tegen de kosten hiervan. Dankzij eenvoudige componenten en installatie kunnen die erg meevallen. Het Nederlandse bedrijf Sensorfact levert aan met name mkb-productiebedrijven sensorsystemen, die een goed inzicht geven in het stroomgebruik. “Dat is hard nodig, want veel bedrijven weten niet hoeveel stroom hun installaties gebruiken”, zegt oprichter en directeur Pieter Broekema. Zijn bedrijf heeft onderhand ruim duizend klanten in Noord-West Europa.

Pieter Broekema Sensorfact Pieter Broekema

Het systeem van Sensorfact meet de sterkte van de wisselstroom met behulp van sensoren, die om de elektriciteitskabels geklemd worden. Installatie van het systeem gebeurt zonder downtime: het productieproces blijft volledig actief gedurende de installatie. De sensoren zijn volledig draadloos, en gebruiken voor hun functioneren een minimum aan energie. Dit halen ze door middel van inductie uit de wisselstroom die door de kabel loopt. De energie is nodig voor de metingen en voor het draadloos versturen van de meetdata naar een bridge.

Een sensor meet de stroomsterkte in de kabel en kan de gemeten waarde over een afstand van maximaal 15 meter verzenden, afhankelijk van hoeveel obstakels er zijn tussen de sensor en de bridge. De sensor heeft geen bekabeling nodig voor energievoorziening of het radiosignaal. Dat maakt dat de installatie eenvoudig is en zonder specialistische kennis kan worden gedaan. Bovendien kunnen de sensoren geïnstalleerd worden zonder dat het apparaat in kwestie stroomloos hoeft te zijn. Zonder downtime.

EVMI 8-22 Sensorfact nieuw 2

De signalen van de sensoren worden ontvangen door een bridge, die de signalen vervolgens over 4G of wifi naar de cloud verstuurt. De algoritmes van Sensorfact analyseren deze data om op basis hiervan gericht advies te geven over welke besparingen mogelijk zijn. Dit varieert van persluchtlekkages tot sluipverbruik en protocollaire afwijkingen van een productieschema.

Werk aan de winkel

Dat de installatie eenvoudig is, betekent niet per se dat er weinig werk aan de winkel is. In principe kan iedere pomp, compressor, transportband of extrusiemachine voorzien worden van een sensor. Hoeveel machines of componenten een bedrijf daarmee wil uitrusten, is uiteraard een eigen keuze. “Onze ervaring leert, dat er nog altijd veel installaties nodeloos aan staan”, zegt Broekema. “Denk aan pompen of compressoren die de hele dag draaien, terwijl de machine waarvan ze onderdeel uitmaken maar een paar uur per dag in werking is. Het kan daarom lonen om niet al te zuinig te zijn met sensoren.”

Bedrijven hoeven niet zelf te investeren in de software voor de data-analyse. Die analyse doet Sensorfact voor ze. Uit deze analyse komt een gericht advies, wat een bedrijf moet doen om energiezuiniger te worden en dus stroom en energiekosten te besparen.

Alarmering

Gegevens kunnen ook permanent gedeeld worden. Dan krijgt een bedrijf bijvoorbeeld regelmatig een overzicht van het stroomgebruik van de installaties. Ook is het mogelijk dat er een alarmering wordt gedaan als een machine plotseling veel energie gebruikt, of ‘s nachts staat te draaien, terwijl het productieproces dan stil ligt.

Sensorfact

Zoals gezegd is Sensorfact vooral actief bij mkb-bedrijven. Die hebben vaak niet de middelen die grote bedrijven en organisaties wel hebben om een uitvoerig programma voor energiebesparing op te tuigen. Broekema legt uit dat zijn bedrijf licenties verschaft voor vijf- tot tienduizend euro per jaar voor een permanente monitoring van het elektriciteitsgebruik. Bij dit bedrag zijn de analyses van het stroomgebruik en de sensoren inbegrepen.

EVMI 8-22 Sensorfact 2

Hoe snel de investering terugverdiend kan worden, hangt natuurlijk van veel factoren af. De ervaringen tot nu toe laten zien dat rond de tien procent besparing op elektriciteitskosten vaak haalbaar is. Per saldo ligt de terugverdientijd vrijwel altijd tussen de zes en twaalf maanden maar per industrietak zijn er verschillen. Zo is gebleken dat er in de kunststofindustrie relatief grote winst is te boeken, meent Broekema. Maar wat de exacte besparing ook kan zijn, zeker is dat de hoge kosten voor energie een stimulans vormen voor het investeren in besparing. Weten waar de verspilling zit, is daarvoor het eerste vereiste.

Altijd op de hoogte blijven?