Column: Samen bij de tijd

18 juni 2021

Auteur: Renee Boerefijn, Director of Innovation bij Bunge Loders Croklaan

De wetgeving omtrent voedseletiketten vereist een bepaalde ‘intentie’ en streeft naar ‘transparantie’ vanuit bedrijven in de voedselindustrie. Maar wat wordt daarmee precies bedoeld? Op 20 mei werd door IFFI een sessie georganiseerd waarin die wetgeving werd uitgelegd. Mede-oprichter Renee Boerefijn faciliteerde de sessie. Annemieke Tops was spreker: “Het is belangrijk dat we elkaar in de industrie regelmatig updaten.”

Het bedrijf waar Boerefijn werkt, ontwikkelt al honderddertig jaar speciale oliën en vetten, vooral voor de chocolade en bakkerij industrie. Veertien jaar geleden ontstond het idee voor IFFI: een businessnetwerk voor innovatieve ingrediëntenbedrijven. “We zochten naar een manier om bedrijven binnen de ingrediëntenindustrie elkaar te laten helpen”, vertelt Boerefijn. IFFI is een businessnetwerk, geen branchevereniging, en dat is “best wel een apart fenomeen binnen de industrie”. Lobbyen en invloed uitoefenen op de politiek staan niet op het programma. “Het is echt een kwestie van elkaar helpen en ondersteunen ten behoeve van commercieel succes.”

Intentie en transparantie

Deel van het probleem zijn de termen die de wetgeving gebruikt. De term intentie, die in de wetgeving wordt gebruik, is in de praktijk niet eenvoudig. De intentie van mensen die produceren, dus ook bedrijven binnen de ingrediëntenindustrie, is natuurlijk in eerste instantie commercieel succes te halen, zodat het bedrijf een goede toekomst heeft. “Maar dat zullen we nooit doen over de rug van de klanten of de consumenten,” zegt Boerefijn.

‘De term intentie is in de praktijk niet eenvoudig’

Behalve een bepaalde ‘intentie’ streeft de handhaving naar ‘transparantie’ vanuit de voedselindustrie. Hier staat Boerefijn sterk achter. “Maar, we kunnen consumenten ook verwarren, door ze te overvoeren met details.” Ingrediënten declareren als hun chemisch actieve bestanddelen of proceshulpstoffen toevoegen aan het voedseletiket, vindt Boerefijn onnodig en daarnaast ‘praktisch onuitvoerbaar’: het etiket wordt dan groter dan de verpakking of onleesbaar vanwege de kleine lettertjes. ¨Wanneer je een ingrediënt als een chemisch bestanddeel etiketteert, verliest het voor de consument aan betekenis. We moeten naar een transparantie streven die voor de consument én begrijpelijk is én hem of haar helpt een goede keuze te maken.¨

Met behulp van voorbeelden is tijdens de sessie aangegeven hoe met de wetgeving goed omgegaan kan worden. Deelnemers werden verdeeld over een aantal break-out-rooms waarin naar bepaalde casussen werd gekeken. Zij moesten bedenken hoe elke casus te labelen. “Het was heel educatief en inzichtelijk.”

Samen staan we sterker

“Binnen de voedselindustrie weten we allemaal ongeveer wat bedrijven doen. Het is veel belangrijker om te weten waar bedrijven naar toe willen, want iedereen is in beweging.” Experts die binnen hun eigen bedrijf soms eenlingen zijn vinden een klankbord binnen het netwerk en kunnen er met elkaar sparren, op een vertrouwelijke manier. Boerefijn noemt de fipronil-affaire als voorbeeld. Zo’n crisis wordt achteraf gemanaged, maar moet vermeden worden. “Daar heeft iedereen baat bij.”

IFFI - Ingredients for Food Innovators, is een Nederlands netwerk dat senior managers
en professionals uit de voedingsingrediëntenindustrie verbindt en inspireert.

Altijd op de hoogte blijven?