Kleur (be)kennen

23 maart 2022 Ron Verleun

In de voedingsmiddelenindustrie kun je tegenwoordig ook prima 3D-geprinte onderdelen inzetten. De materialen zijn gecertificeerd en de ontwerpvrijheid en flexibiliteit van de seriegrootte zijn enorm. Gratis complexiteit, zeggen we wel.

De verschillende printtechnieken kristalliseren zich uit naar nauwkeurigheid en stevigheid. Geprinte onderdelen doen qua kracht en toleranties niet onder voor onderdelen die uit een CNCfrees komen. En was het in de beginfase bij bijvoorbeeld Selective Laser Sintering - 3D-printen in een poederbed - zo dat alleen witte food safe onderdelen konden worden geleverd, nu kan dat in alle kleuren.

Nu is het in de voedingsmiddelenindustrie algemeen gebruik om blauwe onderdelen te gebruiken. Dat zou zijn vanwege hun hoge zichtbaarheid en snelle identificatie in de productielijn, mocht er eens ongewenst materiaal in het voedselproduct vallen. Alleen of dat een steekhoudend argument is? Als het ongewenst materiaal maar klein genoeg is, blijft het nog steeds onopgemerkt. Er zijn nauwelijks productielijnen waar een kleurencamera op staat. Terwijl er wel metaaldetectoren worden toegepast.

Hoe zou je dan een identificatie van een ongewenste slijtage kunnen borgen? Door een slijtageindicator op het onderdeel aan te brengen, is een manier. Een simpele en tegelijk zeer doeltreffende manier. Dat kun je op verschillende manieren doen. Bij 3D-printen gebruik je vaak een wit nylon poeder. Dat poeder is biocompatibel en voedselveilig. Maar wit, en dat willen veel bedrijven liever niet.

Als je datzelfde onderdeel met een gecertificeerd pigment impregneert, heb je twee vliegen in één klap. Je hebt het veilige en toegelaten nylon gekleurd met veilig en toegelaten pigment. De tweede vlieg: de imprenering trekt tot maximaal 500 micron diep in het oppervlak. Een slijtageindicator van heb ik jou daar!

Wil je het oppervlak CIPbaar hebben, dan zijn er allerhande nabewerkingen. Zo is er Premium Vapor Polishing - PVP - dat het oppervlak oplost en neerslaat voor optimale dichtheid. Maar ook coaten is altijd een optie.

Goed: de FDA schrijft dus voor dat je voor de voedingsmiddelenindustrie witte of blauwe onderdelen moet gebruiken. Maar in Europa is daar geen regel voor. En kleur moet een functie zijn, dus wil je gele onderdelen, rode onderdelen, pimpelpaarse onderdelen: bij alle kleuren geldt dat je ze een functie geeft. Iedere kleur is foodsafe te maken. En slijt de kleur weg? Dan heb je dus ergens een probleem in je proces. Een laagtechnologische manier van troubleshooting.

Voor de voedselindustrie is er dus een reeks aan nabewerkingen beschikbaar die echt iets toevoegen. Coaten, impregneren én PVP-en. Alles volgens EC 1935/2004 en FDA 21 CFR, §175.300 en §177.1500. Want de voordelen van 3D-printen zijn ook beschikbaar voor mensen die in en met voedingsmiddelen werken.
De strenge eisen hebben allemaal een goede reden. Niet tornen aan die eisen dus, maar eraan voldoen. Met nét een beetje meer, die slijtageindicator is een prettig extraatje.

-- 

Ron Verleun
Business Strategist bij Parts on Demand

Altijd op de hoogte blijven?