Investeringen van kleine bedrijven in veiligheid blijven achter

30 juli 2018

Bescherming van het welzijn van werknemers (82 procent) en wet- en regelgeving (79 procent) zijn de belangrijkste drijvende krachten voor G&VW-management. De lijst gaat verder met intern beleid, bedrijfscontinuïteit en merkreputatie, maar deze scoren beduidend lager. Dat blijkt uit onderzoek van DNV GL onder 1.700 brancheprofessionals.

De belangrijkste risico’s worden toegeschreven aan machines en apparatuur (66 procent) en aan de werkomgeving (62 procent). Vergeleken met een enquête uit 2014 zijn de risico’s van machines en apparatuur toegenomen met 29 procent en die van de werkomgeving met 32 procent. Een mogelijke oorzaak is de specifiekere wetgeving met betrekking tot machines en werkomgevingen in de voorbije jaren.

Grote bedrijven

De belangrijkste voordelen van de ingevoerde veiligheidsmaatregelen zijn dat bedrijven beter kunnen voldoen aan de wet- en regelgeving en dat het aantal letselongevallen daalt. Volgens 55 procent van de bedrijven zijn de baten risicobeperkende maatregelen groter dan de kosten. Bij bedrijven met een gecertificeerd managementsysteem voor gezond en veilig werken (OHSAS 18001/ ISO 45001) is dit 65 procent en bij bedrijven die DNV GL heeft aangemerkt als leiders* zelfs 75 procent.

Als we kijken naar hoe bedrijven dit vanuit een strategisch perspectief benaderen, zegt 50 procent van de respondenten dat gezondheid en veiligheid op het werk van groot belang is voor hun algemene bedrijfsstrategie. Voor grote bedrijven is dit 62% en voor gecertificeerde bedrijven 63 procent.

Kleine bedrijven

Bij kleine bedrijven (minder dan 50 werknemers) zien we een ander beeld. 41 procent geeft aan dat de baten de kosten overtreffen en 43 procent geeft aan dat gezondheid en veiligheid op het werk van groot belang is voor de bedrijfsstrategie. En terwijl 52 procent van de grote bedrijven in de komende jaren meer wil investeren, is slechts 33 procent van de kleine bedrijven dat ook van plan.

Volgens DNV GL wijst dit er in het algemeen op dat kleine ondernemingen wellicht onvoldoende aandacht besteden aan gezondheid en veiligheid op het werk. Dit zou een risico kunnen vormen, aangezien het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de meeste regio’s de belangrijkste ondernemingsvorm is. In de OESO-landen behoort ongeveer 99 procent van alle bedrijven tot het mkb en zijn mkb-bedrijven goed voor 70 procent van alle banen.

“Uit verhalen van onze klanten kunnen we opmaken dat kleine en middelgrote bedrijven vooral opzien tegen de benodigde investeringen om de faciliteiten en machines te vernieuwen. Toch zijn er vaak aanzienlijke verbeteringen mogelijk door betere processen en een sterkere focus op veiligheid door gedragsverbetering. Het doorlopen van een certificeringsproces is voor mkb-bedrijven vaak de gemakkelijkste manier om de veiligheid op de werkplek zonder buitensporige kosten te verbeteren”, zegt Luca Crisciotti, CEO van DNV GL – Business Assurance.

*De steekproef omvat 140 bedrijven die worden beschouwd als “leiders”. Dit zijn bedrijven die aan de volgende criteria voldoen:

  • G&VW-kwesties zijn zeer relevant voor de algemene bedrijfsstrategie van de organisatie.
  • Het bedrijf geeft bij het beoordelen van zijn eigen volwassenheid zelf aan dat het een leider is in G&VW-management.
  • Het bedrijf heeft minstens één van de maatregelen uit een door ons samengestelde lijst genomen om risico’s te beoordelen of te beperken.
  • Het bedrijf kan de totale kosten-batenverhouding van de genomen maatregelen beoordelen.

Altijd op de hoogte blijven?