Drie landen, klungelende autoriteiten en drie verschillende normen voor gif: de kip & ei operette

9 augustus 2017

Wat leidde tot de fipronilcrisis en hoe kan zo’n crisis de volgende keer worden voorkomen? Dick Veerman sprak erover met twee inhoudelijk deskundigen in de meest getroffen landen, Nederland en België.

Door Dick Veerman - Foodlog

In België stelt toxicoloog professor Jan Tytgat van de KU Leuven het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV, de evenknie van de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) de vraag waarom de Autoriteit zo laat communiceerde en bleef volhouden dat het Belgische ei veilig is, terwijl de supers hun schappen leegmaakten. Dat zorgde voor veel verwarring onder Belgische consumenten.

De Nederlandse toxicoloog Martin van den Berg, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, wijst op een serieus managementprobleem bij zowel nationale overheden als de Europese overheid. Onduidelijkheid door gebrek om kennis te mobiliseren, is wat hem betreft de kern van de ontstane knauw in het voedselvertrouwen van Europese consumenten die Nederlandse en Belgische eieren eten.

Eenduidige uitgangspunten

Wat Tytgat betreft hoeft er weinig discussie te zijn over de manier waarop de EU-regels gehandhaafd kunnen worden in het geval van het fipronil-ei. Het middel mag niet voor eieren worden gebruikt. De EU-verordening 396/2005 bepaalt echter dat een maximale residulimiet (MRL) van 0,005 mg per kilo ei is toegestaan, zegt hij. “Dat is dan ook het uitgangspunt voor handhaving om te beslissen of een lot eieren conform is, of niet”, zegt Tytgat. “Tevens geldt een zogeheten acute referentiedosis (ARfD) van 0,009 mg per kilo lichaamsgewicht per dag. Met die twee gegevens valt uitstekend te handhaven. Het zijn duidelijke uitgangspunten.” Het aantal eieren dat in een kilo gaat - ongeveer 16 - valt met een veiligheidsmarge terug te rekenen naar het aantal eieren voor een persoon met een bepaald gewicht. Een persoon van 50 kilo mag op basis van de ARfD en het hoogste in België aangetroffen besmettingsniveau (0,92 mg per kilo ei; in Nederland scoorden we tot 1,2 mg) nog altijd 8 eieren per dag eten. Voor een kind van 25 kilo gaat het aantal eieren echter in die verhouding omlaag (4 eieren per dag).

Norm 144 keer opgerekt

De Belgische Voedselveiligheidsautoriteit redeneert echter anders en hanteert - met een beroep op additionele Europese regelgeving en het hanteren van het Pesticide Residue Intake Model (PRIMo) - een MRL van 0,72 mg per kilo ei. Zo mag je misschien wel rekenen, vindt Tytgat, maar dan mag je dit getal geen ARfD meer noemen.

Tytgat besteedt op dit moment veel van zijn tijd om dat uit te leggen. De verwarring is ontstaan door het feit dat Belgische Autoriteit de indruk wekte dat ze nu plots rekening hield met een toegestane ARfD van 0,72 mg per kilo, dat wil zeggen een norm die opeens 80 keer opgerekt werd in vergelijking met de ARfD van 0.009 mg per kilo lichaamsgewicht, en 144 keer opgerekt werd in vergelijking met de MRL van 0.005 mg per kilo ei. Dat kan natuurlijk niet, want zo haalt de Autoriteit definities en eenheden door elkaar. Daarom verzoekt Tytgat het FAVV om beter te communiceren over welke norm ze nu precies hanteert, en hoe die tot stand is gekomen. “Na eigen opzoekings- en rekenwerk”, zegt Tytgat, “ben ik er nu zelf achter gekomen: het FAVV vertrekt van de ARfD van 0.009 mg/kg eieren, houdt in het het PRIMo model rekening met de hoogste consumptiegegevens van de de EU. Dat is in het Verenigd Koninkrijk waar - niet onlogisch met het English breakfast - veel eieren worden verorberd. Vervolgens neemt de FAVV als worst case scenario een kind met gemiddeld gewicht van 8.7 kg en inname van 2 eieren per dag (108 g). Als je dit alles verrekent, dan kom je uit op 0.72 mg/kg ei. Jammer dat het FAVV dit zelf niet toelichtte.”

Geen regie

De Nederlandse NVWA handhaaft op basis van de de strenge norm van 0,005 mg per kilo ei, vertelt professor Martin van den Berg. Hij is zelf - “op basis van goede dierstudies” - voorstander van de handhavingsnorm die de Duitse autoriteiten hanteren. Die ligt 10 maal hoger dan de onze. Zoals zojuist al voorgerekend door Tytgat ligt de Belgische grenswaarde voor handhaving 144 maal hoger dan de Nederlandse.

Waar komen die grote verschillen tussen de drie landen vandaan?

Van den Berg: “De regie aan overheidskant heeft duidelijk ontbroken. Om het mild te zeggen: de schaarse toxicologische kennis die nog bij de overheid in huis is, was waarschijnlijk op vakantie. Daardoor is er van alles gebeurd, maar is niet de juiste vraag gesteld: hoe gaan we samen handhaven en correct communiceren? Als de Nederlandse, Duitse en Belgische autoriteiten onderling hadden afgestemd en samen onder leiding van Brussel hadden overlegd, zouden zulke grote verschillen in handhaving niet zijn ontstaan. Door gezamenlijk overleg tussen toxicologen, zou er binnen enkele dagen witte rook over een gezamenlijk aanpak zijn gekomen. Wat gebeurd is, is domweg een managementprobleem. Dat komt nogal klungelig over. Het consumentenvertrouwen heeft een forse deuk gekregen, misschien had dit kunnen worden voorkomen door een paar deskundigen bij de overheid gewoon terug te laten komen.”

Wat is de les die de overheid moet trekken? Van den Berg: “Zorg dat je altijd de mensen die beschikken over de kennis om het vraagstuk te interpreteren beschikbaar hebt en doe dat binnen Europa samen.”

Zelfs onder boksers geen klachten bekend

Heeft de Volksgezondheid echt grote gevaren gelopen? Tytgat: “De effecten van fipronil zijn precies de omgekeerde van drugs en alcohol omdat ze inwerken op hetzelfde eiwit in de hersenen, maar dan tegengesteld uitpakken. Je wordt er bijvoorbeeld actiever van en kunt slechter slapen. Ik heb echter geen gevallen gehoord - ook niet van bijvoorbeeld boksers die veel eieren eten - met zulke klachten.” Van den Berg: “Fipronil heeft een heel specifieke werking. Kort en incidenteel gebruik zal - zo laten ook studies met honden zien - weinig schade kunnen veroorzaken. Het is echter niet de bedoeling dat we mensen er langdurig aan blootstellen. Maar er speelt natuurlijk ook iets heel anders door deze affaire heen. De normen zijn niet gemaakt voor fipronil als residu in ons eten. Het hoort niet in eieren voor te komen en is en blijft een middel tegen luizen en teken. Die nieuwigheid van kortdurende blootstelling waar de regels eigenlijk niet voor zijn gemaakt en daarnaast het gebrek aan de juiste en gecoördineerde kennis om ze toch toe te passen heeft deze fipronilcrisis veroorzaakt”. Tytgat voegt toe dat “de wetenschapscommunicatie een flink tandje bij had mogen steken.” Het is immers voor consumenten niet te begrijpen dat, zoals in België gebeurde, supermarkten ‘uit voorzorg’ hun schappen leegruimden terwijl de FAVV bleef zeggen dat de volksgezondheid geen gevaar liep, op een enkel geval na waar de MRL tot 0,92 per kilo ei klom.

Tijd voor verwijten of rustige analyses?

In een zitting voor de Kamercommissie Volksgezondheid in het Belgische parlement zeiden de Belgische ministers De Block en Ducarme vandaag dat de Nederlandse NVWA een aandeel zou hebben gehad in de traagheid van de Belgische autoriteiten om op te treden in de fipronilcrisis. Hoewel de Belgische autoriteiten volgens de pers eerder dan de Nederlandse op de hoogte waren van een mogelijke fipronilfraude, maakten ze dat pas veel later publiek. Volgens Ducarme was de Nederlandse NVWA eind vorig jaar al problemen met fipronil in eieren op het spoor. Rob van Lint, topman van de Nederlandse NVWA, wees die suggestie volgens de NOS vanmiddag van de hand. “Had het Nederlandse agentschap bepaalde informatie sneller doorgegeven aan het Belgische, dan hadden we sneller kunnen werken”, oordeelde minister Ducarme vanmorgen nogal hard. Hij leek daarmee uiteindelijk vooral te doelen op de klantenlijst van het Nederlandse bedrijf Chickfriend, de vermoedelijke bron van de fipronilbesmettingen in de pluimveehouderij. Het bedrijf kocht de fipronil in bij het Belgische Poultry-Vision dat het bestrijdingsmiddel uit Roemenië haalde. Herman Diricks, de topman van de FAVV, wees vandaag iedere kritiek op zijn dienst af en gaf samen met minister Ducarme de Nederlandse NVWA de schuld van een wat minder snelle respons dan mogelijk was geweest. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het tijd is voor verwijten of bezonnen analyses om herhaling van zoveel publieke verwarring te voorkomen. Eén ding is echter zeker: Nederland heeft de strengste norm gekozen om met fipronil vervuilde eieren uit de winkelschappen te laten halen.

Altijd op de hoogte blijven?