De Europese Commissie heeft gister een nieuwe verordening goedgekeurd die de toegestane hoeveelheid transvetzuren in levensmiddelen verlaagt. Over twee jaar mogen voedingsmiddelen voor de eindconsument maximaal 2% transvet bevatten.

De nieuwe limiet heeft als doel om de gezondheid van consumenten te beschermen en de Europeanen gezondere voedingsopties te bieden. Transvetzuren vormen namelijk een volksgezondheidsissue omdat ze het LDL en cholesterol verhogen en daarmee het risico op hart- en vaatziekten doen toenemen.

De Gezondheidsraad adviseert een maximum van 1 energieprocent transvetzuren per dag. Dit is zo’n 2 gram transvet als je 2.000 kilocalorieën op een dag binnenkrijgt. Nederlanders eten gemiddeld ongeveer 1 tot 1,5 gram transvet, aldus het Voedingscentrum. In andere (Europese) landen bevatten producten meer transvet. Door de nieuwe limiet voor transvetzuren wordt het voedselaanbod in alle EU lidstaten gezonder.

Dierlijke vetten

De nieuwe limiet komt overeen met 2 gram industrieel geproduceerde transvetten per 100 gram vet in het voedsel bestemd voor de eindconsument en voedsel bestemd voor levering aan de detailhandel. De nieuwe limiet is alleen van toepassing op industrieel geproduceerde transvetten. Er wordt een uitzondering gemaakt voor transvetten die van nature voorkomen in vet van dierlijke oorsprong. Deze dierlijke vetten komen onder andere voor in zuivelproducten of vlees van runderen, schapen of geiten.

De verordening is van toepassing vanaf 2 april 2021. Vanaf dat moment mogen producten die deze limiet overschrijven niet meer op de markt gebracht worden. Daarnaast zijn bedrijven die leveren aan de detailhandel vanaf dan verplicht om informatie over de hoeveelheid transvetten te verstrekken aan hun afnemende bedrijven.

Altijd op de hoogte blijven?