De Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) uit zich kritisch over het vorige week gepresenteerde Klimaatakkoord. Het akkoord sluit niet aan op de praktijk in de voedselindustrie die daardoor wordt benadeeld ten opzichte van andere industrieën, zegt de branchevereniging.

De voedselsector is een van de sectoren die de grootste stappen zetten op het gebied van duurzaamheid en verlaging van CO2-uitstoot. Toch moet er nog flink geïnvesteerd worden om de klimaatdoelen te halen. Het klimaatakkoord combineert stimuleringsmaatregelen voor verduurzaming met heffingen en belastingen die bedrijven moeten aanzetten tot het verlagen van de uitstoot. Maar volgens de FNLI zijn die maatregelen niet eerlijk verdeeld. Zo wordt de ODE-belasting verhoogd om de extra stimuleringsmaatregelen te betalen, maar dat is een belasting die wordt geheven op het gebruik van stroom en gas. Intensieve industrie die kolen of olie stookt blijft zo buiten schot, zegt de branchevereniging. Ook de Europese emissierechten en de nieuwe CO2-heffing in het klimaatakkoord vindt de FNLI oneerlijk voor de levensmiddelenindustrie.

Bovendien kan de voedingsmiddelenindustrie volgens de FNLI niet optimaal profiteren van de beschikbare subsidies. De lijst met duurzame energieopwekkende technologieën waarvoor een bedrijf subsidie zou kunnen krijgen zou te beperkt zijn.

Altijd op de hoogte blijven?