De FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie) publiceerde deze week een concreet plan om verpakkingen in de levensmiddelensector te verduurzamen. Het zogenoemde Brancheverduurzamingsplan 2019-2025 moet vooral de achterblijvers een stap verder helpen.

Een 'instapmodel' noemt de FNLI het plan, dat op het eerste gezicht degelijk en concreet maar weinig ambitieus oogt. De brancheorganisatie wil hiermee dan ook vooral aan de onderkant voor verbetering zorgen. Laat je verduurzaming immers alleen over aan de grote koplopers die met hun ambitieuze projecten kunnen pronken, dan haal je nooit de 100%. De FNLI presenteert het Brancheverduurzamingsplan als een breed gedragen minimum, waarmee ook kleinere bedrijven richting concrete verpakkingsdoelen kunnen streven.

2025

Voor het doeljaar 2025 wil de FNLI op drie punten verbetering realiseren: de recyclebaarheid van voedselverpakkingen, het gebruik van duurzaam materiaal en de communicatie richting consumenten. Zowel recyclingpercentages als de kwaliteit van het recyclaat moeten omhoog. Daarbij noemt de FNLI een streefpercentage van 95%. Bovendien wil de FNLI de CO2-footprint van verpakkingen zo laag mogelijk houden door minder materiaal te gebruiken of over te stappen op andere grondstoffen. Op dat gebied wil de FNLI geen harde targets stellen.

Wat betreft het wegwerpgedrag van de consument heeft de FNLI het doel gesteld om op zo veel mogelijk verpakkingen een wegwerplogo te zetten, dat aangeeft hoe de consument het product moet weggooien. De kanttekening daarbij is wel dat gemeenten op een eenduidige manier afval moeten inzamelen.

Deze ambities worden onderschreven door de hele achterban van de FNLI en vormen voor de komende zes jaar het ‘herijkte kompas’ voor leden van de brancheorganisatie als het om verpakkingen gaat. De ambities sluiten volgens de FNLI aan bij die van de levensmiddelenhandel, en de organisatie wil waar mogelijk samenwerken met het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel).

Concrete plannen

Om de ambities in de praktijk te brengen heeft de FNLI tien concrete actiepunten geformuleerd voor leden.

  1. Uiterlijk 2025 stoppen met het gebruik van primaire voedselverpakkingen van polystyreen (PS). Kunststofverpakkingen zullen alleen bestaan uit PP, PE of PET.
  2. Vanaf dit jaar zal de FNLI in samenwerking met het CBL en het KIDV (Kennisinstituut Duurzaam Verpakken) op zoek gaan naar alternatieven voor complexe laminaatverpakkingen.
  3. Uiterlijk 2025 stoppen met het op de markt brengen van samengestelde voedselverpakkingen die uit meerdere typen materiaal bestaan (zoals papier met kunststofvensters).
  4. Uiterlijk 2025 moeten alle zwarte voedselverpakkingen uitsorteerbaar zijn.
  5. Uiterlijk in 2025 geen codes meer met inkt op monomaterialen.
  6. Per 2025 moet alle lijm afwasbaar zijn. Het KIDV zal normen en richtlijnen opstellen voor lijmen, etiketten en sleeves die het recyclingproces niet verstoren.
  7. Per 2025 moet 50% van de trays uit rPET bestaan.
  8. Per 2022 moet 100% van het gebruikte papier en karton gecertificeerd of gerecycled materiaal zijn. Per 2025 is al het papier en karton ongebleekt.
  9. Uiterlijk 2020 krijgen specifieke productcategorieën een materiaalreductietarget op basis van de Impact Ratio Benchmarking.
  10. Per 2022 hebben alle private label voedselverpakkingen een wegwerplogo. In 2025 zal 75% van de A-merken zo’n logo dragen.

Plastic Pact

De doelen die in dit plan zijn opgesteld zijn heel wat minder ambitieus dan die van het Plastic Pact. De FNLI had geen hand in het pact, maar enkele van hun leden ondertekenden het wel. Volgens de branchevereniging moeten we het Plastic Pact zien als een ‘extra inspanning’ van de koplopers uit de sector, bovenop het brancheplan.

Dit artikel verscheen eerder op: Bakkers in bedrijf

Altijd op de hoogte blijven?