Het menu in 2040 - over de transitie van ons voedselsysteem

4 april 2018

Naast de veehouderij moet ook de consument veranderen. Aldus het advies van de RLI, de Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur van 3 april jl. Het werd in ontvangst genomen door de bewindslieden Carola Schouten (minister van LNV) en Paul Blokhuis (staatssecretaris van VWS). Bij de presentatie van het advies, lieten vier jongeren zich uit over de voedselsituatie in 2040.

Eén van hen, Natascha Kooiman van de Smaackmakers, kijkt vanuit 2040 terug naar 2018.

Duurzaam en gezond was duurder, moeilijker te krijgen en voorbehouden aan de mensen die er echt naar op zoek gingen. Het was een moeilijke positie voor consumenten: Er was zoveel intrinsieke motivatie nodig, en tijd en moeite en geld, om het ‘juiste’ te kiezen. Uit eten gaan was een feest voor de onbewust onbekwamen, maar een struggle voor de bewust onbekwamen die simpelweg niet bekwaam konden worden door de voedselomgeving.

Aanbod in openbare gelegenheden en overheidsinstellingen en bedrijven was dramatisch slecht, ondanks de kennis en inzichten die we al hadden. En we maakten reclame én gaven subsidies voor precies datgene wat we veel minder moesten eten. 

Nu (2040) lijkt dat zover weg. Er is veel veranderd.

Bijvoorbeeld die reclame: Zelfs in 2018, toen er al zoveel instanties waren gekomen met adviezen over de noodzaak van minder vlees eten EN produceren, stonden we posters met burgers voor een euro toe. Daar schamen we ons nu net zo hard voor als de posters van de begintijd van roken, waar dokters en baby’s moeders aanmoedigden om meer te roken. 

De convenanten die in 2020 waren getekend door de grote fastfoodketens en de supermarkten hebben uiteindelijk geleid tot regelgeving: reclame voor ongezonde en/of producten met een hoge impact zijn nu niet toegestaan buiten de eigen gelegenheid.

Er is ook veel veranderd in het aanbod:

De nieuwe norm: in catering, in horeca, in supermarkten voor een nieuwe balans in het aanbod: tenminste 75% is zonder dierlijke producten. 100% vega catering is bijna standaard voor kantoren.

Goed dat de overheid daar eindelijk positie in nam en er regelgeving voor doorvoerde in 2022.

Horeca-opleidingen, maar ook voedselgerelateerde opleidingen hebben als basis: kennis over ons voedselsysteem en gezondheid. En het is helemaal mooi dat impact van producten en gerechten standaard meegenomen wordt in de opleidingen.

Er is ook veel veranderd in de productie:

Ik ben blij dat we in 2030 eindelijk zo ver zijn gekomen dat we produceren in lijn met de draagkracht van de aarde en een circulair systeem: dierlijke productie is een bijproduct van plantaardige productie. De 1,8 miljoen dieren in NL: dat is nu niet meer voor te stellen!

Kon ook alleen maar door de invoering van de TruePrice. Dat heeft het systeem wel veranderd: opeens moest er aan de bron al betaald worden voor de negatieve effecten op het milieu en gezondheid.

Het betekende ook kansen voor de bedrijven van toen:

De grote bedrijven (multinationals) hebben een aanbod dat voor 75% past bij wat er in een straal van 500km geproduceerd wordt.

Coca-Cola is PET-free en levert kraanwatersystemen. MacWorld, dat vroeger McDonald's heette, heeft nog 1 burger van vlees op de kaart. De meeste andere producten zijn op basis van lupine en algen.

Er is ook veel veranderd in hoe we eten:

Vlees is nu weer een luxe product. En mensen die 300 gram per week eten zijn meer uitzondering dan regel.

Het feit dat we gezondheidszorg nu ook veel meer hebben ingericht op preventie van ziektes in plaats van genezen van ziektes heeft veel geholpen. Voeding is een verschrikkelijk groot onderdeel geworden van opleidingen in gezondheidszorg. En dokters gaan standaard in gesprek met patiënten over hun eetpatroon en leefstijl. Wauw: dat we in 2020 50% van de Nederlanders hadden met overgewicht: ongelooflijk!

En ja: dat we nu al vanaf de basisschool voedselonderwijs krijgen helpt ook.

En natuurlijk helpt het dat bedrijven nu presteren op welzijn en maatschappelijke en ecologische waarde. Daarom kijken werkgevers nu heel anders naar de rol van voeding voor hun werknemers. Er is haast geen bedrijf meer (en voor bedrijven met meer dan 10 man in dienst is het verplicht) dat geen vitaliteitsprogramma en een Personal Health en Nutrition Coach heeft en geen verslag legt van de broeikasgasemmisies van hun facilitaire diensten en van catering. 

De Volkskrant en Trouw berichtten wat traditioneler over het rapport van het RLI; :

Altijd op de hoogte blijven?