Minder zout voorkomt tienduizenden hartinfarcten en beroertes

27 oktober 2015

De voedingsmiddelenindustrie kan aanzienlijke gezondheidswinst behalen door zout uit bewerkte voedingsmiddelen te halen. Een halvering van het zoutgehalte leidt de komende 20 jaar tot 30.000 minder hartinfarcten en ruim 53.000 beroertes. Als de consument overstapt op zoutarme alternatieven kunnen zelfs 35.000 hartinfarcten en ruim 64.000 beroertes worden voorkomen.

Dat blijkt uit promotieonderzoek van Marieke Hendriksen bij het RIVM en Wageningen University.

De zoutinname ligt in Nederland ruim boven de aanbevolen maximale hoeveelheid van 6 gram per dag. Ongeveer 80 procent van de dagelijkse zoutinname komt uit bewerkte voedingsmiddelen. Hendriksen onderzocht voor het eerst wat concreet de impact is van zoutverlaging op de volksgezondheid.

Een hoge zoutinname draagt bij aan het risico op een hoge bloeddruk en dat is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. In Nederland behoren coronaire hartziekten en beroertes tot de aandoeningen met de hoogste ziektelast. Een verlaging van de zoutinname leidt tot een lagere bloeddruk en daardoor tot minder gevallen van hart- en vaatziekten.

Zoutgehalte halveren

Als het zoutgehalte van bewerkte voedingsmiddelen wordt gehalveerd, daalt de dagelijkse zoutinname uit bewerkte voedingsmiddelen met 2,1 (vrouwen) tot 2,9 gram (mannen). Dit is een daling van respectievelijk 37 en 38 procent.

In dat scenario zouden de komende twintig jaar bijna 30.000 hartinfarcten en ruim 53.000 beroertes kunnen worden voorkomen. Dat betekent een daling van respectievelijk 4,4 en 6 procent.

Technologisch haalbaar

Zo’n maximale verlaging van het zoutgehalte is technologisch gezien haalbaar, stelt Hendriksen, maar zou wel een enorme inspanning vereisen van de voedingsmiddelenindustrie. In de periode tussen 2006 en 2010 hebben inspanningen in de sector zich nog niet vertaald in een lagere dagelijkse zoutinname.

Begin 2014 heeft minister Schippers met het bedrijfsleven het Akkoord Verbetering Productsamenstelling getekend, dat zich richt op verlaging van de hoeveelheid zout, verzadigd vet en suiker in levensmiddelen.

Zoutarme alternatieven

Wanneer voedingsmiddelen worden vervangen door alternatieven met een lager zoutgehalte, kan de zoutinname uit voedingsmiddelen met 2,7 tot 3,6 gram afnemen. Dit betekent een daling van 47 procent.

Als consumenten kiezen voor dergelijke zoutarme alternatieven, zouden de komende twintig jaar ongeveer 35.000 hartinfarcten kunnen worden voorkomen (een daling van 5,3 procent) en ruim 64.000 beroertes (een daling van 7,2 procent). Hiervoor moet de consument dan wel zijn huidige eetpatroon flink aanpassen.

Modelsimulaties

De effecten van de verschillende zoutreductie-scenario’s zijn berekend door middel van modelsimulaties met het RIVM Chronische Ziekten Model.  Hierbij zijn gegevens gebruikt uit de Nederlandse Voedselconsumptie Peiling 2007–2010 en uit de Nederlandse Voedingsmiddelentabel van 2011.

Het onderzoek is uitgevoerd bij het RIVM in samenwerking met Wageningen University, TNO en het WHO Collaborating Centre for Nutrition van het RIVM.

Lees ook:

EVMI achtergrond & analyse – Zoutvermindering (Premium)

Altijd op de hoogte blijven?