Paprika-oogstrobot wordt doorontwikkeld

14 januari 2015

Wageningen UR gaat verder werken aan de paprika-oogstrobot. De effectiviteit van de huidige robot is vooral bij het plukken en de doorlooptijd te laag. Zo moet er onder meer een betere waarneming van zachte obstakels komen. In een nieuw Europees onderzoeksproject wordt gefocust op een doorontwikkeling van de robot.

De paprika-oogstrobot kan autonoom vruchten vinden, benaderen, vastpakken, afsnijden en wegleggen, maar het succespercentage is nu nog onvoldoende.

Zo kan de robot bijvoorbeeld wel harde obstakels onderscheiden en daarop inspelen, maar is de praktijk lastiger bij zachte obstakels. Dat blijkt uit het Europese onderzoeksproject Clever Robots for Crops (CROPS) dat onlangs is afgerond, meldt Food Valley Update.

Robotica

Doel van CROPS was robotica te ontwikkelen in de tuin- en bosbouw. Het door Wageningen UR Glastuinbouw gecoördineerde en door Productschap Tuinbouw medegefinancierde project leidde onder meer tot de ontwikkeling van de eerste werkende paprika-oogstrobot.

Hoewel het succespercentage van het plukken en de doorlooptijd in de praktijk nu nog te laag is, is al wel een mijlpaal bereikt, stelt CROPS. Experimenten met de robot in een realistische omgeving (een commerciële kas) hebben namelijk een schat aan informatie opgeleverd, meldt Food Valley.

Platform

Aan het 4-jarige CROPS-onderzoeksproject deden 13 partners uit 10 verschillende landen mee. Behalve de paprika-oogstrobot heeft het project geleid tot een universeel robotplatform voor het produceren en oogsten van hoogwaardige gewassen.

Er zijn demonstratierobots ontwikkeld voor het plukken van paprika’s, appels en druiven, het precisiespuiten van bestrijdingsmiddelen en sensoren voor het ontwijken van obstakels voor bosbouwmachines.

Modulair

Al deze robots maken gebruik van hetzelfde type modulair systeem- en softwarearchitectuur. Hierdoor kan bijvoorbeeld relatief eenvoudig een andere grijper of een ander camerasysteem worden gebruikt.

In het nieuwe Europees onderzoeksproject dat 3 jaar duurt, werken onderzoekers aan een verdere doorontwikkeling.

Lees ook:

Altijd op de hoogte blijven?