Voedselinspecteurs moeten in de toekomst met hun mobieltje voedsel kunnen checken op de aanwezigheid van schadelijke stoffen. Het Europese consortium Foodsmartphone gaat onderzoeken of dit mogelijk is. Op termijn zouden consumenten hun mobieltje er ook voor kunnen gebruiken.
Rikilt Wageningen Universiteit & Research heeft een kleine 3 miljoen euro ontvangen van het Europese wetenschapsministerie om samen met 5 andere landen onderzoek te doen naar alternatieve manieren om voedsel te controleren.
Nu nog worden overal in de voedselketen monsters verzameld, geadministreerd en verzonden naar laboratoria voor onderzoek op resten van bijvoorbeeld pesticiden, antibiotica, natuurlijke toxines en allergenen. Het kan soms wel enige dagen duren voordat een labuitslag beschikbaar is, terwijl er meestal niets aan de hand is.
Tijd en geld besparen
Mogelijk kan een deel van deze metingen heel goed verplaatst worden en door voedselinspecteurs ter plaatse worden uitgevoerd met een smartphone, meldt Rikilt. Daarmee wordt tijd en geld bespaard en kunnen de laboratoria zich met behulp van geavanceerde apparatuur vooral richten op de verdachte gevallen en het verkrijgen van bewijslast.
Rikilt heeft eerder samen met Amerikaanse en Duitse partners een smartphonehulpstuk plus app ontwikkeld om te controleren op de aanwezigheid van een verboden hormoon in een druppel melk.
Ook voor consument?
Behalve professionals is het goed mogelijk dat ook consumenten zelf op termijn metingen uitvoeren met hun mobieltje. Daarbij worden ze dan geholpen door slimme apps en draadloze support om de kwaliteit van de meting te waarborgen.
Een ander voorbeeld hiervan is de voedselscanner van Rikilt waarmee in de toekomst zelf de herkomst, houdbaarheid en samenstelling van voeding te meten is.
Lees ook:
- Minister laat Voedings-app ontwikkelen (5 oktober 2016)
- ‘Senseo’-sap met app schakelt retail uit (1 april 2016)
- Unilever zet in op campagnes via mobiel (26 september 2013)