Verduurzaming is juist bij voeding belangrijk omdat 34 procent van de ecologische footprint wordt bepaald door voeding. Dat zei Natascha Kooiman van Smaackmakers, zaterdag 5 maart tijdens het congres ‘Hoe produceren wij in 2050 ons voedsel’ in Doetinchem.
Kooiman ziet duurzaamheid als een manier van leven waarop we de natuurlijke bronnen om ons heen op hetzelfde niveau houden of zelfs op een hoger niveau brengen. Daarvoor is een andere denkwijze nodig over de plaats van de mens in de natuur. De mens moet niet langer centraal worden gezet in het ecosysteem, maar daar onderdeel van uitmaken, naast onder meer dieren en planten. Het ‘ego’ moet dus plaatsmaken voor ‘eco’.
Footprint
Het grootste deel van die 34 procent van de footprint die wordt gevormd door voeding, komt van dierlijke producten als melk en vlees, legde Kooiman uit. “In plaats van één persoon voeden met vlees, kun je zes tot vijftien mensen voeden met plantaardige producten.”
Het grote aandeel van dierlijke producten in de footprint komt door de keten. Zo moet er voor het vee diervoeder worden geproduceerd. “Van de landbouwgrond is 80 procent voor de productie van diervoeder.” Ze wees bovendien op het grote aandeel van de veehouderij in de uitstoot van broeikasgassen en het grote waterverbruik. “Er is een campagne om korter te douchen, maar voor één kilo rundvlees is 15.000 liter water nodig en dat zijn 272 douchebeurten. Als dat niet buitenproportioneel is?” Ze pleit daarom voor meer plantaardige voeding.
Lees ook:
65.000 euro voor Bake for Life (7 maart 2016)