Dijkhuizen: ‘Grootschalige productie is noodzaak’

24 oktober 2014

De productie van voedsel moet fors omhoog om de groeiende wereldbevolking te kunnen voeden. Dat kan door grootschalige productie en de inzet van nieuwe technologie, betoogde Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de Topsector Agri&Food donderdag tijdens de Food Valley Expo.

Topsector

Dijkhuizen wees erop dat Nederland, ondanks de kleine omvang, na de Verenigde Staten de tweede exporteur van agrifoodproducten ter wereld is. Agri&Food is goed voor tien procent van het BNP, tien procent van de werkgelegenheid en 25 procent van de export. Dat hangt samen met de hoge productiviteit, de efficiency en de aanwezigheid van kennis. Die kenmerken worden verder bevorderd door een succesvol topsectorenbeleid, stelt Dijkhuizen. “De Topsector Agri&Food is sneller gegroeid dan de economie als geheel, er wordt meer in R&D geïnvesteerd dan in de totale economie en de participatie van het MKB is toegenomen.”

Stijgende vraag

De noodzaak van een grotere productie is volgens hem evident omdat de wereldbevolking tot 2050 fors zal toenemen. “We moeten over 40 jaar evenveel produceren als in de afgelopen 8.000 jaar…” Door de groei van de middenklasse zal de vraag zich bovendien sterk richten op dierlijke eiwitten. Mensen met een wat hoger inkomen veranderen namelijk hun eetpatroon. “De aarde groeit echter niet mee.”

Dijkhuizen ziet een grote rol weggelegd voor technologie en voor grootschalige productie. Uit onderzoek van de Humboldt Universiteit in Duitsland blijkt dat een productiviteitsstijging in de EU met één procent meer dan 10 miljoen mensen per jaar kan voeden. Dat levert een omzet van 500 miljoen euro per jaar en er hoeft minder te worden geïmporteerd. Bovendien bespaart het 220 miljoen ton aan CO2-uitstoot en komt het de biodiversiteit wereldwijd ten goede.

Groei in Nederland

Volgens Dijkhuizen is ook in het kleine Nederland nog groei mogelijk. “Boerderijen met de hoogste productiviteit hebben de laagste footprint. Ze hebben per kilo product het laagste landgebruik, het laagste gebruik van resources en de laagste emissie van broeikasgassen. Er zijn grote verschillen tussen de boerderijen, dus zijn er grote verbeteringen mogelijk met de bestaande kennis en technologie. Als alle boerderijen in Nederland net zo zouden produceren als de beste 20 procent, zou de totale Nederlandse productie 50 procent hoger zijn, met een lagere footprint.”

Genomics

Ook de beste boerderijen kunnen volgens hem nog verder verbeteren. Dat kan met behulp van genomics, onderzoek naar welke genen samenhangen met welke eigenschappen. Een andere technologie is ‘precisielandbouw’, nauwkeuriger voeren en kunstmest gebruiken met behulp van sensoren en ICT. De derde methode is om ná de oogst technologie in te zetten om producten gezonder te maken  en koeling,transport en opslag efficiënter te maken en afval en bijproducten optimaal te verwaarden.

Lees ook:

Groei bevorderen met probiotica? (24 oktober 2014)

Pluckr van JFPT/foodlife en TOP wint Food Valley AwarD (23 oktober 2014)

Fresco: ‘Samenwerking intensiveren en beter communiceren'(23 oktober 2014)

Altijd op de hoogte blijven?