Analyse

8 februari 2012

Er worden verschillende methodes gebruikt om de hoeveelheid voedingsvezel te meten. Dat is onder meer van belang omdat fabrikanten claims over vezels gebruiken. De analysemethode heeft ook gevolgen voor de aanbevolen hoeveelheid vezels. In Nederland ligt die voor een volwassen man op 35 gram per dag, in Groot-Brittannië, waar men de Englyst methode hanteert, op 18 gram per dag. Bij de Englyst methode wordt onverteerbaar zetmeel en lignine (een stof uit de celwand van planten) niet als voedingsvezel gerekend.

De VWA stelt dat een aangepaste versie van de AOAC-methode (991.43), uitgebreid met een HPLC-methode voor laagmoleculaire oplosbare vezelcomponenten, het beste het totale gehalte aan voedingsvezels kan worden gemeten. De VWA gaat zich daarom inzetten voor de verdere ontwikkeling van deze methode in internationaal verband.

Altijd op de hoogte blijven?