Het Delftse bedrijf JOA Air Solutions gaat aan de slag met het ontwerpen van een warmteterugwinningsproject voor het omzetten van restwarmte naar duurzame energie. Voor het project werkt JOA Air Solutions samen met Philip Morris International (PMI).
In het energieterugwinningsproject werkt JOA Air Solutions aan de installatie van een ‘Hot Water Heat Pump’ op de productielocatie van Philip Morris International (PMI) in Bergen op Zoom. Het systeem zet laagwaardige afvalwarmte om in water met een hoge temperatuur van 85-90 °C, waarbij ammoniak als koelmiddel wordt gebruikt vanwege de energie-efficiëntie.
JOA Air Solutions verwacht dat het project jaarlijks ongeveer 13 GWh (gigawattuur) aan warmtebesparing zal opleveren, waardoor de CO2-uitstoot met meer dan 2.500 ton wordt verminderd. Volgens JOA toont dit de aanzienlijke bijdrage van PMI aan de wereldwijde duurzaamheidsinspanningen aan. Het volledige systeem is geschikt voor ongeveer 3 MW warmteafgifte.
Samenwerking PMI
“We zijn op weg om tegen 2025 koolstofneutraal te worden en tegen 2040 Net Zero te bereiken", aldus Aurora Marin, sustainability manager bij PMI. "Een van de belangrijkste projecten in onze Bergen op Zoom-fabriek is een warmteterugwinningssysteem dat afvalwarmte van procesovens opvangt. Met behulp van warmtepompen willen we warm water opwekken voor zowel proces- als fabrieksverwarming. Deze implementatie is uniek, bij mijn weten de eerste in zijn soort in Europa."
JOA Air Solutions gaat het warmteterugwinningsproject ontwerpen en installeren. Bas van den Bogerd, business development director bij JOA Air Solutions: “Veel fabrikanten zijn momenteel aan het nadenken over hoe ze hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren met warmtepompen. PMI is de eerste die investeert in dit soort innovatie en schept daarmee een precedent dat kan inspireren tot adoptie in verschillende sectoren. We zijn al in gesprek om soortgelijke oplossingen te implementeren in andere PMI-locaties en bij opdrachtgevers in de voedings- en chemische industrie."
Voltooiing project
JOA verwacht het project tegen het einde van het jaar te voltooien en ziet het project als een model voor andere industriële productielocaties die afvalwarmte willen benutten voor duurzamere activiteiten. Het bedrijf verwacht een CO2-reducie van tachtig procent na voltooiing van het project en noemt het project “een voorbeeld voor de substantiële impact die kan worden bereikt door innovatieve energieterugwinningssystemen”.