Vierde Nationale Suiker Challenge van start

Gisteren ging de vierde Nationale Suiker Challenge van start. Dit jaar proberen 50.000 Nederlanders een week lang geen producten te eten en te drinken met toegevoegde suikers.

Met deze challenge wil organisator het Diabetes Fonds aandacht trekken voor het risico op overgewicht en diabetes type 2 door het nuttigen van te veel suiker. Door de coronacrisis is dit onderwerp nog relevanter geworden, want de lockdown heeft het overgewicht onder de Nederlandse bevolking doen toenemen.

Het Diabetes Fonds pleit voor het makkelijker maken van gezonde keuzes; het blijkt in de praktijk vaak moeilijk om de gezondere opties te kiezen als het op eten en drinken aankomt. De afgelopen tien jaar steeg de prijs van gezond eten harder dan die van ongezond eten (21 procent ten opzichte van 15 procent). En dat is merkbaar in de hoeveelheid suiker die Nederlanders binnenkrijgen, stelt Etelka Ubbens, algemeen directeur van het Diabetes Fonds: “Volwassenen in ons land krijgen iedere dag 30 procent te veel vrije suikers binnen. Kinderen zelfs 80 procent te veel.”

Suikertaks

De huidige afspraken met de industrie leiden niet tot de gewenste resultaten, zegt Ubbens. “Recent RIVM-onderzoek heeft uitgewezen dat volwassenen nu per dag gemiddeld zo’n 0,5 gram minder zout en 7,5 gram minder suiker binnenkrijgen. Dat komt neer op een snufje zout en amper twee suikerklontjes minder. Bijna 80% van de Nederlanders vindt dat fabrikanten moeten stoppen met suikers toevoegen aan producten waar dat niet nodig is.”

Met de Nationale Suiker Challenge wil het Diabetes Fonds de voedingsindustrie en de overheid dan ook uitdagen om te kijken naar manieren die wél leiden tot gezonder consumptiegedrag. Ubbens: “Doen we niets, dan krijgt van de huidige Nederlanders van 45 jaar en ouder naar verwachting 1 op de 3 in de toekomst diabetes type 2. We willen dat het nieuwe kabinet supermarkten en fabrikanten via wetgeving aanzet om ons eten en drinken gezonder te maken, onder andere door de invoering van een suikertaks op frisdranken, iets waar zes op de tien Nederlanders het mee eens is.”